Hoe werkt een speksteenkachel?
Het tegenstroomprincipe
De speksteenkachels van Tulikivi zijn gebouwd volgens het in Finland ontwikkelde tegenstroomprincipe. Dit is de meest efficiënte en ook meest compacte bouwwijze voor houtgestookte accumulatiekachels.
De verbrandingskamer (1) heeft een primaire (5)- en een secundaire (6) luchttoevoer. Hierlangs stroomt de lucht in de verbrandingskamer.
De hete, brandende houtgassen stijgen op (2), waarna boven in de kachel de secundaire verbranding (4) plaats vindt. Via de tegenstroomkanalen (3) trekken de hete rookgassen langs de speksteenwanden naar beneden. Hierdoor wordt de energie uit het hout opgenomen in de speksteenmassa van de kachel (7). Deze energie wordt in de vorm van stralingswarmte geleidelijk afgegeven door alle verticale oppervlakken van de kachel (8). Om de verbrandingstemperatuur zo hoog mogelijk te maken, is het deksel aan de binnenzijde geïsoleerd (9). Hiermee wordt tevens voorkomen dat er veel warmte naar boven wordt uitgestraald. Daar hebben we het immers niet nodig.
Nieuwe modellen
Bij de nieuwe modellen is de luchttoevoer nog verder geperfectioneerd. Zoals op bovenstaande doorsnede is te zien, wordt de lucht van alle zijden in het vuur gevoerd. Hierdoor ontstaat een nog betere vermenging van brandstof en zuurstof. Het resultaat is een perfecte verbranding.
Warmte-accumulatie
Dankzij de unieke warmte eigenschappen van Tulikivi speksteen en het uitgekiende ontwerp van de kachels, wordt de vrijgekomen energie uit het hout in korte tijd opgenomen, langdurig vastgehouden en geleidelijk uitgestraald. Dit betekent in de praktijk dat de kachel slechts één of twee keer per dag gedurende één à twee uren gestookt hoeft te worden. De rest van de tijd heeft u er dus geen omkijken naar en toch houdt hij uw kamer dag en nacht lekker warm.
In bovenstaande grafiek ziet u het verloop in temperatuur over een etmaal van zowel de warmste plaats van de kachelwand (=kachelwand max) als van de minst warme (=kachelwand min).
Daarnaast wordt de luchttemperatuur in de kamer weer gegeven (=kamer) en ook de wandtemperatuur van de kamer (=wand).
Wat opvalt is dat zowel de wandtemperatuur als de luchttemperatuur van de kamer gedurende
bijna het hele etmaal constant is, terwijl de kacheltemperatuur toch een duidelijk verloop laat zien.
Dit effect is te verklaren doordat de omringende muren van het vertrek dankzij de warmtestraling van de kachel worden opgewarmd. Deze muren doen dus ook dienst als warmtebuffer en daardoor is de kamertemperatuur zeer stabiel.
In de grafiek hieronder ziet u dat ook over een periode van meerdere dagen de kamertemperatuur stabiel blijft, terwijl de kacheltemperatuur dagelijks piekt en daalt.